1. Natuurfotografie is een erg populaire vorm van fotografie. Logisch toch? Je kunt je lekker uitleven in de natuur en het werkt nog heel ontspannend ook. Daarbij is de natuur zeer veelzijdig en prachtig om vast te leggen op de gevoelige plaat. Denk aan de verschillende jaargetijden en de diversiteit in de verschillende landschappen, maar ook aan de diverse weersomstandigheden en tijdstippen. Geen enkel moment is hetzelfde; denk maar eens aan de gouden uren ‘s morgens en ‘s avonds. Door gebruik te maken van onderstaande tips kunnen je foto’s misschien wel iets verbeteren.
Heb geduld.
2. Geduld is waarschijnlijk een van de belangrijkste eigenschappen voor een natuur- en landschapsfotograaf. Bij natuurfotografie zul je moeten leren om te observeren. Vaak zijn we geneigd om, als het onderwerp vertrokken is, zelf ook maar te vertrekken. Juist dan is het slim om geduld te hebben en nog even te wachten, want de kans is heel groot dat je onderwerp terugkomt. Dat geldt bij het fotograferen van vogels en dieren, maar bijvoorbeeld ook in de macrofotografie bij het fotograferen van libellen en insecten. Geduldig op je plek blijven wachten heeft ook nog een ander voordeel: je ziet vaak veel meer dingen die je in een kort, vluchtig bezoek waarschijnlijk niet gezien zou hebben. Als je de tijd neemt, ben je ook in staat je omgeving veel beter in je op te nemen. Dat vergroot je kansen op een goede foto aanzienlijk. Als je een mooie plek hebt gevonden die je graag wilt fotograferen, maar het juiste licht ontbreekt, of je wilt een eend met haar kroost fotograferen, maar moeder eend duikt steeds weer onder water om voedsel te zoeken, dan heb je vaak een lange adem nodig. Soms zul je echter gewoon even moeten wachten of later terug moeten komen voor de beste foto. Net zo belangrijk als geduld is respect voor de natuur. Zit er een tak in de weg? Zoek dan een andere hoek, maar laat de tak heel.
Fotografeer zoveel mogelijk op een statief.
3. Natuurfotografie is een erg populaire vorm van fotografie. Logisch toch? Je kunt je lekker uitleven in de natuur en het werkt nog heel ontspannend ook. Daarbij is de natuur zeer veelzijdig en prachtig om vast te leggen op de gevoelige plaat. Denk aan de verschillende jaargetijden en de diversiteit in de verschillende landschappen, maar ook aan de diverse weersomstandigheden en tijdstippen. Geen enkel moment is hetzelfde; denk maar eens aan de gouden uren ‘s morgens en ‘s avonds. Door gebruik te maken van onderstaande tips kunnen je foto’s misschien wel iets verbeteren.
Bekijk je onderwerp steeds vanuit verschillende hoeken.
4. Als je een statief gebruikt, zet dat dan pas op wanneer je een interessante hoek hebt gevonden om je foto te maken. Als je meteen al een foto maakt zodra je die mooie berg in je vizier hebt gekregen, is de kans namelijk heel groot dat heel veel andere mensen precies dezelfde foto hebben gemaakt als jij. Als je meer wil in de fotografie, zul je om je te onderscheiden van de rest altijd moeten proberen om interessantere en opvallende foto’s te maken.
Fotovan een vink
Als het niet anders kan of je wilt toch uit de hand fotograferen, zorg dan altijd dat je een snellere sluitertijd gebruikt dan je brandpuntsafstand is. Met andere woorden: fotografeer je op 100mm, zorg er dan altijd voor dat je een sluitertijd hebt van minimaal 1/125 sec. Op 1/100 sec. of 1/80 sec. zou het ook nog kunnen lukken, maar dan heb je wel een zeer “stille hand” nodig. Met langzamere sluitertijden zul je onherroepelijk last krijgen van bewegingsonscherpte. Bij langere telelenzen zal de verhouding nog groter moeten zijn. Voor het goed uit de hand fotograferen met een 500mm-telelens heb je al snel een sluitertijd van minimaal 1/800 sec. nodig. Lenzen met een beeldstabilisator helpen natuurlijk aanzienlijk. Zorg ook altijd dat je gemakkelijk en stabiel staat. Een ongemakkelijke houding zorgt ervoor dat je de camera niet goed stil kunt houden, wat zeker tot bewegingsonscherpte zal leiden.
Zorg altijd voor een onderwerp.
5. Fotograferen begint altijd met een goede voorbereiding. Dat geldt zeker voor de landschapsfotografie en natuurfotografie. Bedenk voordat je een landschapsfoto gaat maken altijd eerst wat het onderwerp van je foto is. Is het een ooievaarsnest, een heidelandschap, dat leuke oude boerderijtje in de verte of die vuurtoren langs de kust? Elke landschapsfoto heeft een onderwerp nodig waar je oog naartoe wordt geleid. Zonder duidelijk onderwerp kun je ook niet voor een goede compositie zorgen. Bedenk dus van tevoren wat je wilt gaan fotograferen en kijk waar je de grootste kans maakt je gekozen onderwerp tegen te komen. Maar sluit je ogen natuurlijk niet voor alle andere mooie dingen die je tegenkomt. Let op alles, want bij natuurfotografie weet je nooit wat je tegenkomt!
Gebruik eens een grijs-gradatie filter.
6. We zijn vooral gewend om ND-filters (grijsgradatiefilters) te gebruiken in situaties waarbij het verschil tussen een lichte lucht en een donkere voorgrond 1 stop of meer bedraagt. Wat vaak het geval is bij zonsopkomsten of zonsondergangen of in situaties met veel schaduw op de voorgrond. In andere gevallen blijven ND-filters vaak in de tas. Dat is jammer, want je kunt ze veel vaker gebruiken dan je misschien zult denken. Bijvoorbeeld om meer drama aan een lucht te geven door wolken dreigender te laten lijken. Of om expres langzamere sluitertijden te creëren om een mooie bewegingsonscherpte te krijgen in stromend water. Een ND-filter doet immers niets meer dan licht tegenhouden. Je kunt zelfs meerdere ND-filters tegelijkertijd voor je lens plaatsen of ze omdraaien (de lichtere kant boven i.p.v. onder).
Foto van de porselijnzwam
7. Een grijze, grauwe, bewolkte dag nodigt niet uit om naar buiten te gaan en eens lekker te gaan fotograferen. Toch is het op zo’n dag juist mogelijk om hele mooie foto’s te gaan maken. Je moet alleen wel even weten waar je je op moet focussen. Zo kun je bloemen meestal het beste fotograferen op een bewolkte dag, omdat dan de rijke kleuren juist goed tot hun recht komen en je geen last hebt van harde schaduwen, zoals bij zonnig weer het geval is. Maar ook mensen komen dan bij het fotograferen beter tot hun recht, omdat het licht dan veel natuurlijker is. Bij het fotograferen van een landschap zorg je ervoor dat er zo weinig mogelijk lucht op de foto staat, dus focus je alleen op het landschap en niet op de lucht. Op een bewolkte dag kun je dus wel degelijk mooie foto’s maken.
Focus op bloemen
8. Schijnt de zon bij het fotograferen van bloemen, ga dan door je knieën en probeer een bloem zodanig te fotograferen dat deze van achteren door de zon belicht wordt. Het zonlicht schijnt zo door de doorzichtige blaadjes en dit geeft een prachtig effect. Bloemen fotografeer je net als paddenstoelen vrijwel altijd vanaf de zijkant. Daarbij krijg je de bloem mooi los van de achtergrond en komt de nadruk op de bloem te liggen. De achtergrond is bij het fotograferen van bloemen van groot belang. Kies je voor een rustige en egale achtergrond of wil je ook andere bloemen in de achtergrond mee laten spelen? Het volgende aandachtspunt is: welke lens ga je gebruiken? Een groothoeklens laat meer van de omgeving zien, terwijl een telelens juist een bloem goed kan isoleren van zijn omgeving. Bij het fotograferen van bloemen wordt vaak gesproken over macrofotografie. Voor de hand liggend is dan het gebruik van een macro-objectief, waarmee je de bloem heel goed van dichtbij kunt fotograferen.
Profiteer van een bewolkte dag.
De mooiste dierenfoto’s maken zoals deze eenkhoorn
Brandpuntsafstand 50mm; F10; 1/60 Sec; ISO-100
9. Er bestaat altijd de kans dat je tijdens een boswandeling oog in oog komt te staan met een vos of dat er tijdens je vakantie opeens een hert voor je neus staat. Dierenfotografie is een vak apart; bij dierenfotografie moet je op heel andere dingen letten dan bijvoorbeeld bij het fotograferen van kinderen. Je moet rekening houden met de instellingen van je camera, de compositie van de foto en met de aanwezige obstakels. De kans op mooie dierenfoto’s is het grootst in een natuurpark. Focus, net als bij het fotograferen van mensen, altijd op de ogen van het dier; stel daarop scherp. Die ogen moeten altijd scherp zijn. Dat de rest van je foto vaag is, is niet erg, maar als de ogen niet scherp zijn, dan is de foto bij voorbaat al mislukt. Geef het dier ook altijd een beetje ruimte in zijn kijk- of looprichting. Zo krijg je het idee dat het beestje elk moment weg kan rennen. Dit brengt je foto tot leven! Kies bij het fotograferen van dieren voor een korte sluitertijd (bijvoorbeeld 1/800). Je kunt ervoor kiezen om alles in automatische stand van je camera te schieten. Dan kun je prima resultaten behalen, maar het is misschien wel wat saai. Het is vast leuker om zelf aan de slag te gaan met de instellingen, zodat je een perfecte foto maakt! De A/AV-stand en de S/TV-stand zijn interessante standen om je camera eens goed uit te proberen. Bij de A/AV-stand regel je het diafragma helemaal zelf. Met een laag diafragma zorg je ervoor dat het object op de foto een mooie, wazige achtergrond krijgt.
Foto van een ree
Fotografeer ook eens vogels in vlucht
10. Houd er echter wel rekening met de windrichting. Vogels vliegen om meer controle te behouden graag tegen de wind in Trek (pannen) je camera mee met de vliegrichting van de vogel en zorg voor een korte sluitertijd, bijvoorbeeld 1/800. Dat kan bijvoorbeeld door een hogere iso-waarde of een laag diafragma-getal aan te gebruiken. Hou het in het begin simpel en begin niet met de zeer wendbare huiszwaluws ofgierzwaluws. Begin dicht bij huis, als je daar al mooie foto’s kunt maken, dan kun je dat elders ook wel. Andersom is het niet zo vanzelfsprekend. Bovendien zijn park- en tuinvogels meestal niet zo schuw, dus veel handiger om op te gaan oefenen.
Continu autofocus/AI Servo + ISO 400 + Alle focuspunten geselecteerd, een onverslaanbare combinatie
11. Bij het fotograferen in de natuur is snel handelen meestal een must. Het is van essentieel belang dat jij als fotograaf in zulke situaties heel snel kunt handelen en weet wat je moet doen, maar ook je camera en je lenzen dienen snel te zijn. Een camera met een snelle autofocus en snelle lenzen maakt vaak het verschil tussen net wel of net niet die foto maken. Maar je kunt je camera natuurlijk ook een beetje helpen, zodat jij meer kans maakt om de foto te kunnen maken. In situaties waarbij je onderwerpen fotografeert die veel bewegen of waarbij de kans groot is dat ze snel de benen nemen, verhoog je met de combinatie van continu autofocus/AI Servo + ISO 400 + alle focuspunten geselecteerd je kansen op een geslaagde foto aanzienlijk. Laten we ze eens even alle drie nalopen:
Meerdere scherpstelpunten
12. Wanneer je in plaats van 1 focuspunt alle focuspunten (scherpstelpunten) van je camera (bijvoorbeeld 9, 21 of 51) selecteert, vergroot je de kans aanzienlijk dat de autofocus van je camera snel op je onderwerp scherp kan stellen. Dat is zeker het geval als je onderwerp redelijk geïsoleerd staat van de omgeving. Bijvoorbeeld een vogel in vlucht of een tureluur op een paaltje met een vrije achtergrond. De kans dat je autofocus dan scherpstelt op een ander onderwerp is zeer klein. Het wordt natuurlijk wel lastiger naarmate je onderwerp kleiner is.
Fotografeer ook eens vogels in vlucht. Foto gemaakt in Vrouwenpolder
Brandpuntsafstand 60mm; F9; 1/500 Sec; ISO-100
13. Een hogere ISO-waarde verhoogt je sluitertijden en daarmee de kans dat je het onderwerp haarscherp vast kunt leggen. Zeker bij langere brandpuntsafstanden en het fotograferen vanuit de vrije hand is dit essentieel. Daarbij kunnen moderne digitale spiegelreflexen zo goed digitale ruis onderdrukken, dat het werken met hogere ISO-waarden niet of nauwelijks tot kwaliteitsverlies leidt. Door goed gebruik te maken van bovenstaande instellingen zal je percentage van je geslaagde wildlifefoto's aanzienlijk worden vergroot. Probeer het maar eens uit.
Eend met jong
14. Continu autofocus of AI Servo: deze instelling zorgt ervoor dat je camera continu blijft focussen (scherpstellen) op je onderwerp, ongeacht de beweging van je onderwerp. Hierdoor blijft een vliegende zwaan bijvoorbeeld constant scherp in focus als hij voorbijvliegt en hoef je niet iedere keer opnieuw te focussen (scherp te stellen).
Je fotocamera
15. Verwacht van het merk of het type camera dat je gebruikt geen wonderen. JIJ bent de fotograaf, maakt de foto en bepaalt hoe die eruit komt te zien. Een foto komt voornamelijk tot stand door wat de fotograaf erin stopt aan creativiteit, originaliteit, vlakverdeling, compositie, maar ook het stilhouden van de camera, etc. Kijk ook eens naar geslaagde foto’s van andere fotografen en probeer die na te maken. Goed gekopieerd is altijd beter dan slecht bedacht. Door veel naar bestaande foto’s te kijken, leer je composities, patronen en stijlen herkennen en dat helpt je weer om je eigen stijl te ontwikkelen. Denk ook na over de voorgrond en de achtergrond. Veel fotografen zijn al blij als het onderwerp goed op de foto staat. De voor- en de achtergrond vervullen echter ook een belangrijke en bepalende functie in de foto. Probeer daar rekening mee te houden. Denk eerst goed na over de compositie. Plaats het onderwerp niet centraal in de foto. Het wordt over het algemeen heel erg gewaardeerd als je onderwerp op de foto’s de ruimte in kijkt. Google eens op de regel van derden of de gulden snede. Verdeel het zoekerbeeld van je camera denkbeeldig horizontaal en verticaal in drie delen. Horizontaal twee lijnen en verticaal twee lijnen. Door je object te positioneren op een van die vier kruispunten wordt je compositie veel sterker. Dan krijg je een veelgebruikte en sterke compositie. Experimenteer met diverse camerastandpunten. Een vogel- of kikkerperspectief. Een hoog of een laag camerastandpunt kan erg fraai zijn. Zak daarom ook eens door je knieën, ga eens op de grond liggen of klim op een berg.
Kleding
16. Pas op voor teken, en draag daartegen de juiste kleding. Teken zijn kleine parasieten die ongemerkt op je lichaam kruipen en bloed uit je lichaam zuigen. Het vervelende is dat ze de ziekte van Lyme kunnen overbrengen. Zorg ervoor dat je altijd een tekentang bij je hebt, draag een lange broek en controleer thuis je lichaam op teken. Kleed je vooral in de winter warm aan. Langdurig buiten zijn maakt je lichaam koud en stijf, wat lastig is bij het fotograferen. Kleed je bij voorkeur met verschillende lagen, die je, naargelang je het koud of warm hebt, kunt toevoegen of verwijderen.
Rechte koraalzwam
17. Natuurlijk is het hoofddoel het maken van mooie foto’s, maar vergeet niet te genieten van de prachtige omgeving, de zingende vogels, de bloeiende bloemen en de leuke mensen die je tegenkomt.